Bienvenidos en Cuba! Welkom in Cuba


Op 11 november 2006 startte onze 16 daagse Fly drive reis samen met Koos en Riks door Cuba.

We vlogen met Arke Fly TFL711 vanaf Schiphol met een tussenlanding in Basel.
We kwamen aan op het vliegveld van Veradero.
We logeerden in het hotel Saint John in de wijk Vedado
De eerste twee dagen hadden we de gelegenheid om Havana te verkennen.
Wat een stad. Het bestaat uit drie grote delen. Daaromheen kronkelt de boulevard "Malacon".

In Cuba rijden nog volop oude Amerikaanse auto's. Sommige zijn nog in goede staat, maar de meeste auto's verkeren in een wat mindere tot zeer bedenkelijke staat. Soms zijn ze gewoon meerdere keren geverfd en worden onderdelen met allerlei ingenieuze manieren bij elkaar gehouden. Maar ze rijden nog!
écht gaaf en kenmerkend voor Cuba. Naast deze oude auto's rijden er ook ongelooflijk veel Lada's, dankzij de voormalig goede betrekkingen tussen Cuba en Rusland.

Een van de veel voorkomende vervoersmiddelen is de ' kameelbus', een vrachtwagen die een grote oplegger trekt waarin heel veel mensen kunnen worden vervoerd.

De sfeer in Havana is heel relaxed. De mensen leven goeddeels op straat, niemand heeft haast en er is veel sociaal contact. Je kunt hier op je gemak rondlopen zonder lastig te worden gevallen. Wel moet je vele aanbiedingen om goedkoop sigaren te kopen af slaan.

1. Vedado
De eerste dag gaan we de wijk Vedado verkennen.
We lopen de hoofdstraat La Rampa af, zo te zien de rijkere buurt van Havana. De straten zijn hier breed, de huizen staan los van elkaar en zien er een stuk beter uit dan die in het centrum.
We komen langs de beroemde Coppelia ijstent waar je buiten in vier a vijf zones op het terras ijs kan eten. Binnen zijn lange halfronde bars waaraan je een ijsje kunt eten. En boven zijn een aantal zalen waar je ongetwijfeld ook ijs kunt eten. Helaas was de tent gesloten toen wij er langs kwamen.
De Necropolis Colon begraafplaats is de grootste van de wereld (lezen we) en herbergt zo'n 800.000 zielen.
Met name op de "hoofdweg", ja er rijden zelfs auto's over de begraafplaats, zijn de graven voorzien van prachtige grafstenen, en beelden, alles in het wit.
Na wat te hebben gegeten proberen we een taxi aan te houden naar het oude gedeelte van Havana. We willen wel in een oldtimer rijden maar die gaan allemaal "vol" aan onze neus voorbij. Dan maar een gewone taxi.

We rijden een eind langs de boulevard. De strandpromenade slingert zich 7 kilometer langs de historische wijken van Havana. Na enkele kilometer buigen we af richting de stad en rijden met een grote boog richting Havana Vieja.

3. Havana Vieja
La Havana Vieja, de historische kern van Havana, in 1982 door Unesco uitgeroepen tot cultureel erfgoed van de mensheid, is het grootste koloniale stadshart van Latijns-Amerika. Na twee eeuwen van verwaarlozing is onder leiding van de directeur Cultureel Erfgoed het restauratiewerk gestart om de vroegere grandeur in de oude wijk terug te brengen. Havana Vieja bezit een karakteristieke Iberisch-Andalusische architectuur, opgefrist door de aanwezigheid van een weelderige plantengroei en de overvloedige zonneschijn. De tijd lijkt stil te hebben gestaan, maar tegelijkertijd heerst er een grote levendigheid. Om de charme van het alledaagse leven terug te laten komen, beperkt de restauratie zich niet alleen tot monumenten, maar omvat ook winkels en huizen.

Op het plein voor de oude kathedraal wat gedronken op een terras en daar zie je een circus van oude mannen met sigaren, bloemenmeisjes, waarzegster met sigaar en wat bandjes. Allemaal voor de toeristen en er is niets authentieks aan. In een van de zijstraten is de bar waar Ernesto Hemingway zijn "mojitos" dronk. Een barretje van niets maar wel met hoge prijzen voor de cocktails.
Wij hebben maar op de Malacon onze cocktails gedronken en daar een grote roze chrevrolet aangehouden die ons naar het hotel terugbracht. Helemaal super.

2. Havana Central
De tweede dag gaan we lopend naar de wijk Havana Central over de Malacon.
We lopen eerst een stuk door de straten van de wijk, die ook alweer wordt gekenmerkt door hoge huizen, die vrijwel vervallen zijn, met daarvoor oude Amerikaanse automobielen in soortgelijke staat.
Aan veel bouwvallen is nog te zien dat het ooit prachtige gebouwen moeten zijn geweest. Als ooit de uitdrukking Vergane Glorie van toepassing is geweest, dan is het wel op Havana
Veel gebouwen zijn in deplorabele staat, door een tekort aan bouwmateriaal. Elk jaar storten in Havana zo'n 300 gebouwen spontaan in.
We slenteren wat verder door de straten van het centrum van Havana. Regelmatig worden we aangesproken door Cubanen, die wel willen weten waar wij vandaan komen, of wij wel sigaren willen kopen.
Wel de moeite waard is een bezoek aan de hier nabij gelegen sigarenfabriek.
Helaas zijn camera's hier niet toegestaan. Enkele honderden mensen rollen hier dagelijks zo'n honderd (dure) sigaren per persoon. Vooraan in de zaal waar ze werken zit op een podium een man die 's ochtends de krant en 's middags stukken uit een boek voorleest. Ze werken vijf dagen van 8 uur en verdienen 15 peso’s ( ongeveer 15 euro ) in de week. Ter vergelijking, wij moesten voor een rondleiding van 20 minuten 10 peso’s p.p. betalen.
Wanneer je dan ook nog eens de prijzen hoort die ze voor de sigaren rekenen, heb je wel medelijden met de mensen. Maar ze hebben werk en ze verdienen toch nog wat.

Het Capitolio National is een voormalig overheidsgebouw dat nu gebruikt wordt als museum. Het Capitool in Washington diende als voorbeeld, maar de Cubaanse versie is hoger. Tot 1959 zetelde hier de regering.

We lopen verder, en zijn inmiddels in een buitenwijk verzeild geraakt, en lopen langs een snelweg en vrijstaande huizen. De volgende attractie is het Plaza de la Revolución, een plein speciaal bedoeld voor grote volksbijeenkomsten volgens goed communistisch gebruik. In het midden van een plein staat een hoge, stervormige zuil, opgericht ter nagedachtenis van José Martí, dichter en volksheld, en na Ché de door de staat meest bejubelde dode Cubaan. Ché zelf heeft een plaatsje gevonden op de muur van het gebouw tegenover het monument, waar zijn profiel in metaal tegen de muur is geplakt. Het gebouw huist het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Helemaal versleten probeerden we een taxi aan te houden die ons naar het hotel kon terugbrengen. Het was wel niet zo gek ver, maar we hadden de hele dag al gelopen en hielden het voor gezien. Maar dat viel niet me.
Uiteindelijk lukte het en konden we aan de cuba libre in het hotel.


Op de vierde dag van de reis beginnen we aan de rondreis.
Na enige verwarring betreffende de te huren auto's, rijden we met een vertraging van een paar uur rond 11.30 uur uit Havana weg. We rijden in een Toyota Yaris die uiterst zuinig blijkt te rijden (1 op 20).
De tocht kan beginnen.
Het is onderweg opvallend rustig. Weinig verkeer. De wegen zijn slecht voor Europese begrippen, maar met een matige snelheid goed te doen. Af en toe moet je links rijden om de kuilen te ontwijken. De bewegwijzering is echt slecht: zo nu en dan leesbare borden, af en toe bijna compleet vervaagde borden, maar meestal ontbreken de borden gewoon. Rijden doe je met een kaart en op je richtinggevoel.

Van Havana naar Viñales bedraagt de afstand over de snelweg ongeveer 190 kilometer. Wij rijden echter een andere route, eerst langs de zee en dan binnendoor naar Vinales (grofweg via Mariel, Bahia Honda, La Palma naar Viñales). Viñales ligt in de provincie Piñar del Rio.

Vlak voor het binnenrijden in Piñar rijden we achter een vrachtauto met in de laadbak een aantal mannen die liftend vanaf de tabaksplantage waar ze werken naar Piñar meeliften. Met gebaren geven ze ons te kennen dat ze wel met ons mee willen rijden. Als ze op een plek worden afgezet mogen ze in de auto van Koos en Riks meerijden. En dat is achteraf een gelukstreffer geweest. Ze wisten ons door de wirwar van straten (de meesten eenrichtingswegen) van Piñar heen te lozen en vlak voor het hotel af te zetten.
Met een laatste waarschuwing: Ga niet in het hotel Vueltabajo eten, het eten is er niet goed.
Wat wel goed was waren de kamers. Groot, goede bedden en airco. Op straat kwamen we in gesprek met een Cubaan die vertelde dat zijn "vader" goed kon koken. We gaan met hem mee, bleek gewoon een klein restaurantje te zijn. Maar we hebben wel heerlijk kreeft gegeten voor weinig geld.

Piñar del Rio
Vandaag willen we een tour maken door het gebied ten westen van Viñales.
Maar eerst een wandeling door Piñar del Rio zelf. Er is een hoop te zien. Veel bekijks bij het plaatsen van nieuwe elektriciteitspalen. Niet te geloven hoe simpel dat hier nog gaat.
We bezoeken het likeurfabriekje Casa Garay waar ze al sinds 1892 een beroemde likeur produceren die van de vrucht quave wordt gemaakt (samen met karamel, suiker en water). We hebben er een flesje van gekocht.
We rijden vanuit Piñar del Rio een rondje via San Juan y Martinez, Isabel Rubia, Guana terug naar Piñar del Rio.
We probeerden eerst via de "kleine" binnenwegen Viñales te bereiken, maar hebben die poding op meten geven. De wegen waren te slecht. Wel hebben we wat kinderen en mensen gelukkig kunnen maken met presentjes en zeepjes.
De route gaat voornamelijk door cultuurlandschap. Karakteristiek voor het Cubaanse landschap is de Palma Real (de koningspalm). Meer in de richting van de provincie Piñar del Rio zien we langs de weg rijst- en tabaksvelden. In het laatste stuk doemt de Cordillera de Guaniguanico op, het unieke gebergte van Cuba met zijn 'mogotes'. Dit zijn kegelvormige rotsformaties

Valle de Viñales wordt door sommigen het mooiste stukje van Cuba genoemd: het dieprood van de aarde, de groene tabaksvelden die onderbroken worden door de eigenaardige 'mogotes' en het dicht begroeide berglandschap eromheen.
Geologisch bestaat het gebied uit kalkachtig gesteende uit het Jura-tijdperk, zo'n 180 tot 130 miljoen jaar geleden. In die tijd is dit deel van Cuba een plateau geweest. Gedurende een proces van miljoenen jaren hebben regen, wind en zon gezorgd voor verwering van het landschap. Sommige gedeelten zijn geërodeerd, andere stukken waren ertegen bestand.
Zo hebben de 'mogotes' hun vreemde vorm gekregen. Ze hebben vrij steile hellingen en aan de bovenkant zijn ze vlakker en dichtbegroeid. Een ander kenmerk van dit kalkachtige landschap is de uitspoeling ondergronds. Binnen de rotsformaties zijn grotten ontstaan met rivieren, bronnen en op de wanden schilderingen van de eerste bewoners van Cuba. Jurassische gesteenten zijn rijk aan fossielen van planten en dieren omdat die periode warm en vruchtbaar was.

Santa Clara
Na het ontbijt begonnen we in de regen aan de rit naar Santa Clara. over de A1 die eerst richting Havana gaat. De rit zou 438 km lang zijn. Maar dan ga je wel eerst terug naar Havanna en van daar uirt naar Santa Clara.
Dit wilden we echter niet en besloten dus ter hoogte van San Cristobal de "rode" binnenwegen te pakken om dan vervolgens ter hoogte van San Nicolas weer de A1 op te schuiven.
Dit bleek simpeler uitgedacht dan uitgevoerd te kunnen worden. En dat niet alleen vanwege de zeer slechte wegen en de regen, maar ook omdat er nergens aanduidingsborden staan en er zelfs wegen op de kaart staan die allang niet meer bestaan. Je moet eenvoudigweg op elke splitsing de weg vragen. En soms wel twee keer.

Na heel veel kuilen, greppels en zandpaden kwamen we tenslotte uiteindelijk weer op de A1 naar Santa Clara terecht. Maar het vervelende aan het ontbreken van borden is dat je geen flauw benul hebt van de het punt op de kaart waar je rijdt en hoe lang het nog kan duren voor je op het de plaats van bestemming bent.
En het ging al wat schemeren en dat is helemaal vervelend rijden.
Gelukkig kwamen we net voor het helemaal donker werd aan in Santa Clara en wonder boven wonder werd de weg naar het hotel Los Caneyes heel goed aangegeven.
Een soort van bungalowpark waar we een schitterend huisje hadden met twee kamers en twee badkamers.
Ook het eten in buffetvorm was voortreffelijk.

Jammer dat we de volgende dag al weer verder moesten. Bij daglicht zagen we pas dat onze "witte" Toyota Yaris door de rit over de binnenwegen bruin was geworden. Zag er niet meer uit.

Santa Clara, hoofdstad van de provincie Las Villas in Cuba, is een stad in centraal Cuba gelegen aan de westelijk voet van het Escambray-gebergte. Santa Clara is een verkeersknooppunt , universitair en agrarisch centrum.
Santa Clara is in het bijzonder bekend vanwege Ché Guevara.

Het monument ter ere van Ché Guevara vind je op (hoe kan het ook anders) de Plaza de Revolucion.
Op het monument is de tekst van de afscheidsbrief van Ché geplaatst voordat hij naar Bolivia vertrok. Iets verder ligt het mausoleum met de resten van Ché en zijn strijders. In juli 1997 zijn deze stoffelijke overschotten overgebracht vanuit Bolivia. Naast het mausoleum bevindt zich het museum gericht op het leven van Ché met een collectie van enkele van zijn persoonlijke bezittingen.
Het mausoleum zelf was heel simpel gehouden maar het was indrukwekkend. Je krijgt toch een andere kijk op de "helden" van Cuba.

Een ander monument dat refereert aan Ché zijn heldendaden is het Tren Blindado monument gelegen bij kruising met de spoorlijn. Ché liet hier in 1958 een trein - geladen vol met wapens en soldaten - ontsporen en bracht daarmee een beslissende slag toe aan Batista. Op dit terrein vind je ook de bulldozer waarmee de rails is weggehaald.
We vonden het monument na de stad een paar keer doorkruist te hebben en na diverse malen de weg gevraagd te hebben. Maar we wilden Santa Clara niet verlaten zonder ook dit mounument te hebben gezien.


Trinidad
We hadden vandaag weer hetzelfde dilemma als vanuit Piñar del Rio naar Santa Clara.
Vanuit Santa Clara kun je de A1 volgen naar Santa Clara naar Trinidad. Maar ook via de rode binnenwegen. Het houdt wel meer op maar dan zie je ook iets meer dan als je de A1 volgt.
En eigenwijs als we zijn hebben we dat ook maar gedaan.
De rode tussenweg rechtdoor naar beneden naar Mataqua en van Mataqua naar Trinidad. Je zou denken daar kan toch niets mis mee zijn. Het is een officiële hoofdweg. Nee dus helemaal fout gedacht. Het was nog erger dan de dag ervoor. Maar de omgeving was geweldig en je hebt het gevoel alleen op de wereld te zijn. Je moet er alleen niet aan denken daar op die weg autopech te krijgen. In elke klein dorpje ( 2 a 3 huisjes) de weg gevraagd en toen kwamen we tenslotte weer uit op de A1 die we moesten volgen naar Trinidad.

We verbleven twee dagen in een all inclusive hotel aan het strand El Ancon. We wisten dit niet van te voren en het was voor ons de eerste keer dat we in een hotel kwamen waar we een groen armbandje omkregen dat borg stond voor gratis eten en drinken.
Een dag niet rijden maar heerlijk relaxen aan het strand met een barretje in handbereik. Helemaal geweldig.

Trinidad is evenals oud-Havana een koloniaal stadje dat in 1988 is uitgeroepen tot World Heritage Site van de Unesco. Na Baracoa en Bayamo, is Trinidad het 3e stadje dat door Diego Valazquez in 1514 is opgezet. Echter, tot eind 18e eeuw was deze regio van weinig belang en was het een achtergebleven gebied. Rundvee en tabak waren de belangrijkste agrarische activiteiten. Dit veranderde in het begin van de 19de eeuw, toen Trinidad de hoofdstad van Deparemento Central werd en honderden Franse slaven vluchten vanuit Haiti om te werken in de suikerindustrie.
Eeuwenlang is suikerriet, dat in 1512 naar Cuba is gebracht door Spaanse kolonisten, de pijler van de Cubaanse economie geweest. De oogst (zafra) vindt plaats tussen december en juni. Voordat de oogst begint, wordt het riet in de brand gestoken om de planten van hun buitenste bladeren te ontdoen.


Camaquey
We nemen niet de tijd om Trinidad te bekijken. Er is op een kerk na niet veel te zien. Maar we gaan naar een benzinestation om de "bruine" Toyata's schoon te laten spuiten.
Zo krijgen we wel een uur de tijd om het voorbijrijdende "plaatselijke" vervoer te bekijken. Ook de knuffels en zeepjes kunnen we op ons gemak aan de kinderen uitdelen die er erg blij mee zijn.
Er komen vele paard en wagentjes volgeladen met hooi en stro voorbij. Ook zien we een "oude" Nederlands bus.
Hij is echter wel "buiten dienst".

In het hart van Cuba vind je een uniek plekje. Het stadje Camaguey ligt midden in een veeteeltgebied en is een plek van verwondering en charme. Het moet een levendige stad zijn maar, misschien omdat het zondag is ?, we vinden het een rustig stadje.
We rijden soepel de stad in, vragen drie keer de weg en we dreigen te verdwalen in het chaotische stratenplan en eenrichtingsverkeer. Aan een paar jongens met fietstaxi's vragen we de weg. Dit is nogal ingewikkeld en ze vragen ons of ze voor ons uit moeten fietsen. Natuurlijk pakken we dit voorstel met beide handen aan.Ze rijden kris kras door de stad en ja hoor, we staan ineens voor ons hotel. Dit hadden wij zelf nooit zo snel gevonden.
Het hotel Colon is niet al te groot maar mooi en koloniaal. De kamers heel smal en hoog. Het is maar voor een nacht.
's-Avonds eten we in een tent waar goede Cubaanse muziek zou zijn. Het is echter 80 jaren muziek en een optreden van een soort van Fred Kaps. In het restaurant zitten we met z'n vieren. Het eten is goed dus dat vergoedt een hoop.
De volgende ochtend (maandag) is het een drukte van jewelste buiten. Heel veel fietsers dat hadden we nog niet eerder meegemaakt.
Maar we gaan weer verder. Op naar Santiago de Cuba


Santiago de Cuba
We komen zonder veel problemen in Santiago de Cuba. Het regent nog steeds en dat is jammer.
Het grote hotel Las Americas waar we twee nachten verblijven zou dichtbij het drukke uitgaanscentrums zijn. Maar dat viel een beetje tegen. Maar de taxi's zijn volop aanwezig en de chauffeur wist de populaire eettent Santiago 1900 te vinden. Het was echter gesloten. Geen nood hij wist wel een particulier eethuis dat hele goede kip serveerde : Las Galletas.
Het eten was goed en het toilet bereikte je door eerst de huiskamer van de eigenaar te passeren. Je maakte gebruik van hun toilet.

Santiago wordt gezien als de geboortestad van de Cubaanse muziek.
's Avonds bezoeken we Casa de la Trova, een soort muziekhuis, waar bijna iedere avond diverse groepjes optreden en muziek ten gehore brengen die in Cuba bekent staat als 'son'. Werkelijk schitterende muziek! Ieder zichzelf respecterende stad in Cuba heeft een Casa de la Trova.
We hebben geluk. Het zevental dat optreedt heet septeto sol y son en speelt bijzonder goed. We hebben een CD van ze gekocht.
De terugweg hebben we lopend afgelegd. Het was opgehouden met regenen en we konden wel een frisse neus gebruiken.

De volgende dag weer lopend naar het centrum gegaan en het stadje waar toch wel het een en ander te zien was verkend. We kwamen in gsprek met ene Leo die ons naar het beroemde koffiehuis La Isabelica bracht en naar een overdekte markt. Van hem kregen we het adres van een particulier eethuis waar we voor de zoveelste keer in deze vakantie heerlijkt kreeft hebben gegeten voor heel weinig geld.
De buurvrouw kwam een paar leidjes voor ons zingen ( a la Buena Vista stijl).
Waar maak je dat nu mee? Het was in ieder geval heel apart.

Playa Guardalavaca
De laatste rit was naar het noordoosten van het eiland.
We bereikte het all inclusive hotel Occidental Grand Playa Turquesa na een lange dag rijden in de regen.
Guardelavaca is een bekende badplaats aan de noordoostkust van Cuba waar aan het mooie strand het ene na het andere hotel gebouwd werd. Playa Pesquero is een prachtig strand, zo uit het boekje.
De auto moest hier ook ingeleverd worden en dat gaf ook gelukkig geen problemen.

We waren van plan om de laatste dagen van de vakantie liggend op een strandstoel door te brengen. Maar helaas het weer was ons niet goed gezind. Niet koud maar geen zonnetje en regelmatig een bui.

Maar de sportzaal en de bar en het restaurant waren bijzonder goed dus we hebben ons best vermaakt. Dit moet niet te lang duren maar voor een paar dagen is het wel relaxed.
En zo kwam er een einde aan een paar weken in en bijzonder land waar we, in tegenstelling tot een een aantal reisverhalen die we hadden gelezen, totaal geen problemen hebben ondervonden met de politie, zakkenrollers en andere vervelende zaken.
Wel moet je goed op je hoede zijn met geld wisselen en met betalen. Iedereen probeert een graantje mee te pikken van de in hun ogen "kapitalisten" Geef ze eens ongelijk.

Terug in Nederland werden we door de Visa op de hoogte gesteld van het feit dat er fraude was gepleegd met onze creditcard. Dit is waarschijnlijk gebeurd in het auto verhuurkantoor in Havana. Dit had voor ons gelukkig geen financiële consequenties.



De tijd ging veel te snel voorbij.

Bekijk het Fotoboek Cuba voor de fotoimpressie van deze geweldige vakantie.


 
klik hier om terug naar de vorige pagina te gaan.